Vorig jaar leek voor het eerst sinds 2010 het aantal fysieke winkels weer toe te nemen maar die groei zat in eten en drinken vanuit supermarkten met stadswinkels, winkels in zoetwaren of brood en banket, slijterijen, groentezaken, viswinkels, slagerijen en poeliers en zeker niet in non-food.
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek telde Nederland op 1 januari 2023 82,1 duizend fysieke winkelvestigingen, 1.600 winkels fysieke winkels minder dan een jaar eerder. De database van Locatus telt op dit moment 84.984 fysieke food en non-food winkels, een afname van bijna 2.000 vanaf de 87.011 in 2022.
Ondanks dat de cijfers dus afwijken is de tendens hetzelfde. De verschillen tussen het CBS en Locatus, (ook in de cijfers per gemeente), worden veroorzaakt door het verschil in methodiek. De uitkomsten verschillen doordat het CBS werkt vanuit een bedrijvenregister, met als basis het Handelsregister, en een koppeling met de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. Locatus verzamelt zelf informatie over alle winkels en consumentgerichte, dienstverlenende bedrijven. Hun veldwerkers bezoeken en onderzoeken met regelmaat alle winkelgebieden in de Benelux.
Historisch perspectief
De afname van het aantal fysieke winkels tussen 2010 en het eerste kwartaal van 2023 is overduidelijk. Het aantal nam vanaf het hoogtepunt in 2010, toen er nog 108.436 winkels waren, af met ruim 23.000. Van die verdwenen winkels waren er per saldo 1.011 food winkels (terwijl er ruim 600 supermarkten zijn bijgekomen) en maar liefst 22.441 non-food winkels. Tegelijkertijd nam het aantal horecapanden toe van bijna 39.000 naar bijna 45.000.
Het totaal aantal winkelmeters is in bovenstaande periode overigens stabiel en vrijwel gelijk gebleven. Dat komt doordat het aantal winkelmeters in food retail met ruim 25% toenam van een kleine 4,7 miljoen naar bijna 5,9 miljoen. En die groei in food meters komt vrijwel alleen uit de toegenomen meters van supermarkten die sinds 2010 bijna 1,2 miljoen winkelmeters hebben toegevoegd. In non-food daalde het aantal winkelmeters juist met bijna 5%, van 22,7 miljoen naar 21,7 miljoen.
Verschuiving van non-food naar food
Vorig jaar leek voor het eerst sinds 2010 het aantal fysieke winkels weer toe te nemen. Maar die groei zat in eten en drinken vanuit supermarkten en food-speciaalzaken en zeker niet in non-food. Op basis van gemiddelden zijn fysieke non-food winkels wel zo’n 30% groter geworden. De groei in meters per winkel wordt echter vooral veroorzaakt doordat er op de meubelboulevards een enorme schaalvergroting heeft plaatsgevonden. Een nieuwe Ikea voegt zo maar eens 20.000 winkelmeters toe en compenseert de sluiting van misschien wel 200 kleinere winkels in de binnensteden en kernen van ons land. Er is op hoofdlijnen dus vooral een uitruil geweest van non-food naar food en van dure (binnenstads)meters naar goedkopere (buitenstads)meters.