Het echte verhaal over de stenen winkel

Auteur Olaf Zwijnenburg

mrt 27, 2024

Update april 2024 - winkels en meters

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek telde Nederland op 1 januari 2023 82,1 duizend fysieke winkelvestigingen, 1.600 winkels fysieke winkels minder dan een jaar eerder.

De database van Locatus telt in Q1-2024 83.538 fysieke food en non-food winkels, een afname van ruim 3.400 vanaf de 87.011 in 2022.

Ondanks dat de cijfers dus afwijken is de tendens hetzelfde. 

De afname van het aantal fysieke winkels tussen 2010 en 2024 is overduidelijk, zeker in non-food. Bijna 24.000 non-food winkels (1,3 miljoen winkelmeters) verdwenen sinds 2010 (Locatus).

Er is echt wat aan de hand met de stenen winkel

De verschillen tussen het CBS en Locatus, (ook in de cijfers per gemeente), worden veroorzaakt door het verschil in methodiek. De uitkomsten verschillen doordat het CBS werkt vanuit een bedrijvenregister, met als basis het Handelsregister, en een koppeling met de Basisregistratie Adressen en Gebouwen.

Locatus verzamelt zelf informatie over alle winkels en consumentgerichte, dienstverlenende bedrijven. Hun veldwerkers bezoeken en onderzoeken met regelmaat alle winkelgebieden in de Benelux.

Historisch perspectief in aantallen

De afname van het aantal fysieke winkels tussen 2010 en 2024 is overduidelijk. Het aantal nam vanaf het hoogtepunt in 2010, toen er nog 108.436 food en non-food winkels waren, af met bijna 25.000. Bijna een kwart dus...

Van die verdwenen winkels waren er per saldo 1.201 food winkels (terwijl er tegelijkertijd bijna 600 supermarkten, 230 mini-supers en ruim 500 slijters zijn bijgekomen) en maar liefst 23.687 non-food winkels.

Er vielen grote klappen in Kleding & Mode (van 19.220 naar 13.760 is een afname van 5.460 winkels en dus -28,4%), Schoenen & Lederwaren (van 4.022 naar 2.254 is een afname van 1.768 winkels en dus -44,0%), Vrije Tijd (van 9.926 naar 5.208 is een afname van 4.718 winkels en dus -47,5% en In & Om het Huis (van 30.200 naar 22.046 is een afname van maar liefst 8.154 winkels en dus -27,0%).

In Food kregen de specialisten in groente, vlees en brood een stevige dreun. 

Tegelijkertijd nam het aantal horecapanden toe met ruim 5.300 van bijna 39.000 naar ruim 44.000.

Bijna 24.000 non-food winkels verdwenen

Bron Locatus, bewerking Rabobank

Historisch perspectief in meters

Het totaal aantal winkelmeters is in bovenstaande periode overigens stabiel en vrijwel gelijk gebleven rond de 27,4 miljoen.

Dat komt vooral doordat het aantal winkelmeters in food retail met ruim 25% toenam van een kleine 4,7 miljoen naar bijna 5,9 miljoen (+26%). En die groei in food meters komt vrijwel alleen uit de toegenomen meters van supermarkten die sinds 2010 bijna 1,2 miljoen winkelmeters hebben toegevoegd (+32%).

In non-food daalde het aantal winkelmeters juist met bijna 1.3 miljoen meters van 22,7 miljoen naar 21,5 miljoen. Een min van ongeveer 5%.

Bijna 1,3 miljoen non-food winkelmeters verdwenen

Bron Locatus, bewerking Rabobank

Verschuiving van non-food naar food en van binnensteden naar 'buitensteden'

Op basis van gemiddelden zijn fysieke non-food winkels dus wel zo’n 30% groter geworden.

Die groei in meters per winkel wordt echter vooral veroorzaakt doordat meters naar de 'buitensteden' worden verplaatst. In de periferie en op bijvoorbeeld meubelboulevards heeft een enorme schaalvergroting plaatsgevonden. Een nieuwe Ikea of een Hornbach voegt zo maar eens 20.000 winkelmeters toe en compenseert daarmee de sluiting van misschien wel 100 kleinere winkels van gemiddeld 200 vierkante meter in de binnensteden en kernen van ons land.

Kortom, er is op hoofdlijnen dus vooral een uitruil geweest van non-food naar food en van dure (binnenstads)meters naar goedkopere (buitenstads)meters.

Uitruil van non-food naar food en van binnensteden naar buitensteden

De opkomst van e-commerce als oorzaak?

De daling in het aantal fysieke non food winkels komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Zo geeft bijna 91% van de respondenten in 2023 aan de afgelopen 12 maanden iets online te hebben gekocht (CBS). 57,0 procent van de respondenten kocht kleding, schoenen of accessoires online. Dit zegt op zichzelf nog niets over de verhouding tussen het online en offline marktaandeel binnen die sectoren. Wanneer we de martaandelen binnen deze sectoren erbij pakken wordt al snel duidelijk waar de krimp in fysieke winkels door wordt veroorzaakt. We richten ons in deze analyse voor nu alleen op de sectoren Kleding en Schoenen. Als we de cijfers van GFK raadplegen, zien we dat het online marktaandeel in de sector Kleding inmiddels op 41% lag in Q4 2024. Voor Schoenen ligt het marktaandeel nog eens een stuk hoger. Maar liefst 56% van de bestedingen in de categorie Schoenen & Lifestyle vindt plaats in het online kanaal.

Wanneer we dan kijken naar de ontwikkeling van het aantal fysieke vestigingen versus het aantal online ‘vestigingen’ (CBS) wordt ook daar de ontwikkeling van fysiek naar online goed zichtbaar. Hierin bevat het aantal webwinkels in kleding ook de categorie schoenen.

Vanaf het moment dat het aantal webwinkels werd bijgehouden door het CBS, zie je jaar op jaar een stijging in het aantal online winkels, gepaard met een daling in het aantal fysieke winkels. Het definitieve kantelpunt was in 2022 waarin het aantal webwinkels in kleding het aantal fysieke winkels in Kleding en Schoenen & Lederwaren oversteeg.  

Jaar op jaar meer online winkels. Kantelpunt in 2022

Bron CBS, bewerking Rabobank.

De enorme groei van online

Het beoordelen van de impact van de shift naar online binnen de detailhandel is en blijft voer voor discussie.

Het is kort gezegd helemaal niet vreemd dat er na jaren van groei op groei op groei (eindelijk) een keer wordt ingeleverd op de langjarige en explosieve groei van online versus fysieke omzet.

Jarenlang groeide de onlineverkoop – zeker in non-foodretail – harder dan de bestedingen in fysieke winkels. De coronapandemie bracht dat in een versnelling. De groei van het online omzetaandeel ging door het dak en nam in 2020 met meer dan 40 (ja, veertig!) procent toe. En daar kwam in Q1 2021 een recordgroei bovenop van bijna 86 procent (ja, inderdaad!) ten opzichte van Q1 2020. Over heel 2021 was de online omzet 23.6 procent hoger dan in 2020.

De index internetverkopen 2015-2023 is 341,1 procent. De index totaalomzet non-food in diezelfde periode 129,1 procent.

Kortom, met het benoemen van teruglopende groei in 2022 en 2023 wordt niet het hele verhaal verteld.

Iindex internetverkopen 2015-2023 341,1 procent, totaalomzet non-food 129,1 procent

Conclusie van de trends vanuit de cijfers van winkels en winkelmeters is dat er op hoofdlijnen vooral een uitruil is geweest van non-food naar food en van dure (binnenstads)meters naar goedkopere (buitenstads)meters.

De bewegingen van winkelmeters en aantallen verkooppunten in zowel food als de periferie maskeren de stevige daling van het aantal kleinschalige non-food retailers in de binnensteden en kernen van ons land.

Het door elkaar heen mengen van de sectoren food en non-food en het bij elkaar optellen van winkelmeters in binnensteden en die van grootschalige detailhandel in de periferie zorgt voor verwarring en sust ondernemers die denken dat er niks aan de hand is onterecht in slaap.

Mengen van food en non-food zorg voor verwarring

De huidige stagnatie in de shift van offline naar online is volgens ons een tijdelijke dip. De groei van onlineverkoop is vooral te danken aan de consument. Nieuwe technologieën en online businessmodellen faciliteren steeds meer gemak. Gemak speelt een belangrijke rol in het consumptiegedrag van de hedendaagse consument.

Online winkelen wordt steeds sneller, gemakkelijker, aantrekkelijker en persoonlijker, terwijl veel fysieke winkels en winkelgebieden hier onvoldoende toegevoegde waarde tegenover zetten.

Als de taart over meer partijen moet worden verdeeld is het voor fysieke winkels per definitie moeilijker om succesvol te zijn in deze verdringingsmarkt.

Het aantal consumenten blijft daarnaast toenemen als gevolg van de bevolkingsgroei en elke nieuwe generatie is meer ‘internetrijp’ dan de vorige – al zullen er daarbij wel verschillen zijn per (sub)sector.

De totale detailhandelsomzet in Nederland bedraagt EUR 145.6 miljard. De omzet in non-food bedraagt EUR 59.4 miljard en die in food EUR 62.7 miljard. De omzet ‘detailhandel niet in winkel’ bedraagt EUR 23.5 miljard waarvan omzet ambulante handel EUR 2.45 miljard (2022, Retailinsiders). De omzet van ‘detailhandel non-food online’ bedraagt EUR 17,55 miljard (2022, Thuiswinkel.org).

Voeg een opmerking toe

beschermd met reCAPTCHA Privacy - Voorwaarden
Annuleren